“Eine Ausnahme”, antwoordde de tuinman die ik in de buurt
van een portable toilethokje aansprak voor eenmalig gebruik van zijn
blauw-witte schijtcabine.
Ik bedankte de man sehr höflich, verzekerde hem dat deze
gastvrijheid hem in het hiernamaals vorstelijk vergoed zou worden en trok de
deur achter me dicht.
Alhoewel we bij iedere gelegenheid met sanitair daarvan
gebruik maken, is het onvermijdelijk dat we tijdens het fietsen weleens eens
uit de broek moeten. In iedere vorm uiteraard.
Annelies heeft voor code geel een begrip: Bloemetjes
plukken.
Die uitdrukking is gerelateerd aan de houding die vrouwen
aannemen als ze even uit hun gleufje moeten gutsen.
Zij verstaat de kunst om op brutale wijze in lang gras al
“bloemetjes plukkend” haar blaas te ledigen. Geen passant die ook maar zou
denken dat een fietsster met helm iets
anders doet dan zeldzame flora te verzamelen.
Een maïsveld is voor ons ideaal als eindpunt van onze stofwisseling. Binnen twee meter ben je
in je feloranje shirt snel onzichtbaar en kun je je aan de stevige stengels als
op een seniorentoilet-met-handvatten vasthouden voor de balans. Soms tref je
het echter minder.
In het muggenseizoen is de comforttijd binnen een maïsveld
of bos beperkt en wordt de drang je te ontlasten sterk bepaald door het aantal
stekende muggenvrouwtjes dat, behoudens wat anders, rond de anale zone heerlijk
bloed ruikt.
Ik verdenk muggen er van met opzet daar te wachten voor dit
doel.
Het zij zo.
De natuur is wreed en daarom bouwen wij thuis toiletten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten