woensdag 12 juli 2017

Het kruipt of het vliegt.

Afhankelijk van de plek waar we met Calimero, bijnaam voor ons gele tentje, neerstrijken, krijgen we 's avonds altijd acht- of zespotige gasten.
De binnentent bestaat geheel uit fijn gaas, dus al liggend op de rug zie je een hemelgewelf vol kleine kruiperds die ook de regen ontvluchten en het gaas als ladder gebruiken. Bovenin verdringen ze zich om de hoogste plaatsen. Net mensen. Met enig gegons bepalen ze wie de sterkste is.
In de VS begeleiden ons vaak de muggen. Een cm afstand tot het gaas is dan geboden, want ze steken hun priemende zuigsnuit zelfs door het gaas heen.
Een andere locatie, wellicht met specifieke flora of bodemgesteldheid levert een horde hooiwagens op. Deze warrelpoten die heel onhandig het trapezewerk op de binnentent beklimmen, stuiven verschrikt uiteen, laten stukjes gebroken poot achter en vluchten struikelend over hun klunzige beenwerksels bij een tikje tegen het gaas.
Afgelopen nacht met veel regen gleden weer eens langzaam vingerdikke slijmerds tussen onze bagage naar boven. Iets minder gewenst, omdat ze altijd ergens een zwart sliertje poep achter laten en een slijmkorst produceren.

Kamperen in de natuur houdt leven in. Het leuke is dat je nu eindelijk gedurende uren al deze potelingen en glijders van onderen kunt bestuderen.
Als je deze kant van kamperen niet zo wilt ervaren, dan kun je toch beter booking.com raadplegen, zoekend naar vijf sterren voor reinheid, messcherp gestreken beddengoed en een klachtenboek voor het melden van "ongedierte"  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten